Voordelen en nadelen van wonen in Spanje

Het is een droom van velen: emigreren naar Spanje.

Er zijn steeds meer Nederlanders die besluiten om in Spanje te gaan wonen. In 2023 waren dit er ruim 4.800, en in 2024 waren dat er rond de 6.000. De verwachting is dat dit getal alleen maar zal oplopen.

Ik snap dat als geen ander natuurlijk. Mijn man en ik (toen zeven maanden zwanger) namen twintig jaar geleden al de stap, en we hebben daar geen moment spijt van gehad. Het is namelijk fantastisch wonen hier. Maar ondanks alle voordelen zijn er ook een aantal nadelen. Hieronder noem ik ze. Ik heb het dan vooral over eigen ervaringen hier in Andalusië.

Voordelen van wonen in Spanje

•            Veel buiten leven.

•            Doorgaans veel zonnige dagen (hier in Zuid-Spanje 300 per jaar).

•            Spontaan afspreken gebeurt hier veel vaker dan in Nederland.

•            De mensen zijn heel vriendelijk. Kom je bijvoorbeeld in een winkel, dan word je geregeld amor (liefde), corazón (hart) of guapa (knapperd) genoemd.

•            Goedkopere prijzen in winkels en horeca in vergelijking met Nederland.

•            Prachtige natuur, mooie kusten en een bergachtig binnenland met veel afwisseling en natuurschoon.

Nadelen van wonen in Spanje

•            Veel bureaucratie; administratieve processen zijn traag en omslachtig.

•            Vakmensen zoals loodgieters en elektriciens komen vaak te laat of helemaal niet.

•            In Nederland was ik gewend alles op de fiets te doen. Door alle bergen fietsen wij alleen aan de kust. In de bergen waar wij wonen gebruiken we de fiets eigenlijk nooit.

•            Je moet Spaans spreken, want veel Spanjaarden spreken geen Engels.

•            Minder werkgelegenheid en lagere lonen.

•            Het missen van familie en vrienden dichtbij.

Mocht je ook overwegen om te emigreren naar Spanje, ga dan eerst naar de plaats van je keuze op vakantie om te “voelen” of het de juiste plek voor je is. Bevalt het, huur dan eerst een woning en breng er in ieder geval een winter door, en het liefst een heel jaar, voordat je je definitief gaat settelen.

In ons geval zijn we twee keer verhuisd. We begonnen in Sant Feliu de Guíxols in Catalonië. Ondanks dat het een mooie woonplaats was, vonden we de huizen erg duur, en met schoolgaande kinderen vonden we het niet fijn dat er voornamelijk in het Catalaans les werd gegeven op school.

We besloten te verhuizen naar Vinaròs in Valencia, ook een leuk dorp, maar het binnenland vonden we erg dor. En wederom was Valenciaans, wat bijna gelijk is aan het Catalaans, de voertaal op school.

In Andalusië, waar we nu al zestien jaar wonen, zijn we helemaal op onze plaats, en ik zie ons hier niet snel meer vertrekken.