Spanje is prachtig, na er zestien jaren te wonen werd het dan toch echt eens tijd ons eigen land wat beter te gaan verkennen. Niets beter dan een mooie rondreis met de auto om ook echt de verscheidenheid ervan te leren kennen. Onze roadtrip begon richting het Noorden naar de kant van de Atlantische Oceaan.
Op weg naar het noorden stopten wij voor twee overnachtingen in Salamanca. Wat een prachtige en gezellige stad is dat! De oude gebouwen waaronder de universiteit de indrukwekkende kathedraal en alle straten met restaurants waar je heerlijk kunt eten. Wij hebben in anderhalve dag de stad verkend om vervolgens onze weg voort te zetten naar Vigo.
Helaas hadden wij autopech, hij startte niet meer. Met behulp van wat vriendelijke mensen die hielpen duwen hadden we ‘m op dat moment wel weer aan de praat gekregen en ‘m voor de zekerheid in Vigo voor een garage geparkeerd.
Nu waren wij gereed voor de boot naar de Cíes eilanden. Na een bootrit van veertig minuten
kwamen wij aan op een prachtig eiland met kristal helder water. Hier doen de stranden niet onder voor die aan de Caribische zee, ze zijn dan ook niet voor niets uitgeroepen door The Guardian als mooiste strand van de wereld. Wil je hier de nacht doorbrengen? Dan kan dat alleen op de camping: Camping Islas Cíes
Omdat er maar een gering aantal mensen op het eiland zijn toegestaan moet je een vergunning hebben om er te verblijven, ook al is het maar voor één dag. Ondanks dat vonden wij het eind augustus toch erg druk. Reserveer je overigens op de camping dan vragen zij de vergunning voor je aan.
Er is een dam gemaakt tussen het Noorder en Zuider gedeelte van het eiland waardoor er een binnenmeer is ontstaan. Hier stroomt elke dag bij vloed water uit de zee naar binnen wat dieren met zich mee brengt. Zo is het meer net een natuurlijk aquarium, met vaste bewoners en dagelijkse bezoekers. Zwemmen mag er niet maar vanaf de dam kun je veel dieren toch van dichtbij bekijken. Zo zagen wij inktvissen, grote spinnenkrabben, morenas, een zeesteren veel andere vissen. Ook leent het eiland zich goed voor mooie wandelingen.
Nadat we van het eiland terugkwamen wilde de auto helaas nog steeds niet starten. Jammer genoeg zijn de sluitingstijden anders in het noorden dan bij ons in het zuiden; de garage sloot om half twee, wij waren er om twee over half twee :( Dan is maar naar de Carrefour gelopen, twee kilometer verderop, wat terug met een loodzware accu best een opgave was. Inmiddels was de garage alweer aan het openen en hebben we alsnog bij hun de accu gekocht en uiteraard direct laten monteren. Arme Dan. De accu hebben we later weer geretourneerd bij de Carefour. Maar de roadtrip kon weer vervolgd worden!
Hierna hebben we de nacht doorgebracht in Santiago de Compostela, wederom een hele mooie stad die erg Middeleeuws aandoet met haar robuuste gebouwen. Het is ook de stad van de pelgrims die hier hun pelgrimstocht de Camino de Santiago voltooien. Het verhaal is dat de stad om de kathedraal heen is gebouwd. Het lijk van de apostel Santiago zou na zijn
executie in Jeruzalem door twee discipelen in een boot naar Padron gebracht zijn. Hier lukte het ze om Santiago in het binnenland te begraven,17 kilometer uit de kust. In het jaar 813, zegt de mythe, werd het graf opnieuw door een heremiet ontdekt nadat hij een leidende ster volgde. Vanaf toen trok het graf veel gelovigen aan, waarna begonnen werd met het bouwen
van een kerk op de plek van zijn graf.
Van hier zijn we doorgereden naar boven richting A Coruña. Eén nacht geslapen in Casa
Rural Graña da Acea. Een heel schattige B&B tussen de bossen en weilanden, leuk ingericht en een heerlijk ontbijt. Hier hebben we ‘s morgens een wandeling gemaakt in het natuurpark Fragas do Eumo, net een elfenbos langs de rivier. Na de wandeling reden we door naar A Coruña, waar wij alleen geluncht hebben!
De volgende overnachting hadden we zo gepland om naar het strand Playa de los Catedrales te gaan, helaas zat het weer niet mee en was het er erg druk. Toch waren de bogen van rots op het mooie strand de moeite waard.
De dag daarna vervolgde wij onze weg naar de Picos de Europa. Hier hadden we via Home Exchange een huisje gehuurd in het dorpje Alés weer in een ontzettend mooi gebied.
We zijn met de kano de rivier afgezakt, lekker gegeten. gewandeld en heel veel vogels gespot. Vooral de vale gier was machtig om te zien! Een volwassen vale gier kan een vleugelspanwijdte hebben van soms wel drie meter. In Spanje komen ongeveer 17.000 paren voor, dit is 75% van de wereldpopulatie. In de Picos zijn wij vijf nachten gebleven.
Bilbao was de volgende stad op ons programma waar wij lopend een stadstour deden met een Nederlandse gids. Hier maakten wij kennis met de Baskische pinxtos, de tapas van het noorden en vaak geserveerd op een stuk stokbrood. Het Baskisch is een aparte taal waar we niets van begrepen. Na de tour zijn we door gereden naar San Sebastián, een stad waar wij erg gecharmeerd door waren. Het weer zat ook nog eens mee, het was een zonnige en voor daar een warme dag. Zelfs de oceaan was aangenaam!
In de ochtend stond een rondje stad verkennen op de fiets op het programma om daarna een paar uur op het strand door te brengen. ‘S avonds lekker nog wat rond gezworven in de oude stad en nog wat te eten. Wat…? Juist pinxtos! Na twee nachten daar begonnen we aan onze reis terug richting het Zuiden.
We wilden heel graag raften en aangezien dat in de Picos in de zomer niet mogelijk door de
lage waterstand kwamen we bij de Pantano del Ebro terecht. Hier kun je juist wel in de zomer raften en in de winter niet. In september sluiten ze de sluizen van het stuwmeer en dan wordt de rivier te rustig om te raften. Wij kwamen dus net op tijd! Via H2UR hebben we twee uur geraft. Stukjes mochten we het water in en de versnellingen zonder boot doen. De rivier loopt door prachtige natuur met
voornamelijk bossen waar we reigers, watermerels en verschillende roofvogels hebben gespot. Aangezien het voor ons de eerste keer was vonden we de rapids en moeilijkheid van de rivier precies goed. Ook waren we blij met onze gids Rolo, die ons perfect aangaf wat we moesten doen met roeien, wij vonden het alle vier heel gaaf!
Na deze plek was het plan om nog twee nachten in Toledo te slapen, maar alles was vol. Het feit dat het weekend was en een dag van te voren boeken waren factoren die hier meespeelde. Alhoewel we het last minute boeken de hele vakantie hadden gedaan en nooit eerder problemen hadden ondervonden.
Nu moesten we a la minute wat anders verzinnen voor onze laatste stop van de vakantie. Uiteindelijk werd het Comarca de la Vera, in de buurt van het natuurpark La Garganta del Infierno.
Hier zit heel veel steen aan de oppervlakte en daar lopen stromen doorheen die allemaal
poeltjes, geulen en ravijnen uitgesleten hebben. Hier hebben we lekker gezwommen en in een kasteel geluncht.
De eigenaresse van de B&B gaan we niet snel vergeten en dat niet perse in de positieve zin.
Bij aankomst moesten we gel op onze handen doen, het liefst ook weer na het sluiten van de
deur. Eenmaal boven aan de trap stond het volgende pompje klaar. Geld dat wij haar betaalden werd in gespoten met desinfecterend middel. Als je een glas gebruikte in de algemene keuken was het devies: in de gootsteen zetten en weer zo’n spraytje eroverheen. Toen we tijdens het ontbijt, ruim een half uur voordat de ontbijttijd over was geen koffie en cake meer konden krijgen was ik er klaar mee. Een goed voorbeeld hoe wij niet met onze gasten om gaan.
We hebben weer genoten van een heerlijke vakantie in eigen land. De eerste vrienden hebben zich al laten aansteken door onze foto’s op Instagram, zij gaan een gedeelte van deze rondreis in november maken, hoe leuk is dat! En nog leuker is dat ze ook een aantal dagen bij ons komen logeren. Dat vinden wij heel gezellig!
Comments