De geschiedenis van Andalusië in het kort
- Bianca
- 4 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen

Dat de Moren een heel groot aandeel hebben gehad in de vorming van Zuid- Spanje is bij velen bekend. Ik was zelf nieuwsgierig wat het gedeelte van Spanje, waar we al zestien jaar wonen, nog meer gevormd heeft tot het prachtige gebied wat het nu is. Wat een voorrecht is het om hier te wonen en dikwijls op verkenning te gaan in steden, dorpen en de natuur.
Prehistorie en Oudheid
Er was al zeer vroeg menselijke bewoning o.a. in de grotten van Nerja en Ardales. Rond 1000 v.Chr vestigden de Feniciërs zich langs de kust (Cádiz is een van de oudste steden van Europa). Daarna kwamen Karthagers en later de Romeinen; onder de Romeinen werd Andalusië onderdeel van Hispania Baetica, een welvarende provincie.
Visigotische periode (5e–8e eeuw)
Na de val van het West-Romeinse Rijk werd het gebied geregeerd door de Visigoten. De macht was echter vaak instabiel.
Al-Andalus (Moors islamitisch Spanje) – 711–1492
In 711 staken Berber- en Arabische troepen de Straat van Gibraltar over en versloegen het Visigotische leger. Het gebied werd Al-Andalus genoemd en werd een centrum van wetenschap, landbouw, filosofie en cultuur en het Kalifaat van Córdoba (10e eeuw) was een van de meest geavanceerde staten van Europa. Andalusië was eeuwenlang een plek waar christenen, joden en moslims samenleefden, hoewel niet altijd probleemloos.
In deze tijd kom je als je in Andalusië bent nog zoveel woorden, bouwstijlen en eten tegen wat uit die tijd stamt, zoals:

Architectuur
De bekendste en mooiste architectuur: Mezquita van Córdoba, Alhambra van Granada, Giralda van Sevilla. De kenmerken bij deze gebouwen zijn: hoefijzerbogen, mozaïekpatronen, calligrafische decoratie en binnenplaatsen met water (patio’s). Let maar op als je volgende keer door steden of dorpen loopt hier, je ziet het overal terug.
Taal
Tot wel 4.000 Spaanse woorden hebben Arabische oorsprong, vooral hier in Andalusië.
Bijvoorbeeld:
* azúcar (suiker)
* aceite (olie)
* ojalá (hopelijk; letterlijk “als God het wil”)
* alcazar (fort, paleis)
* almohada (kussen)
* alcalde (burgemeester)
Landbouw
De Moorse invloed op landbouw is enorm:
Introductie van irrigatiesystemen (acequias) en nieuwe gewassen zoals:
◦ rijst
◦ citrusvruchten
◦ spinazie
◦ suikerriet
◦ amandelen
◦ katoen
De vruchtbare vlaktes van Andalusië danken hun productiviteit deels aan islamitische landbouwtechnieken.
Eten en Gastronomie
Veel typische Andalusische gerechten hebben Moorse wortels zoals Gazpacho of mijn soortgelijke favoriet Salmorejo, honingdesserts zoals turrón en het gebruik van kruiden zoals komijn, koriander en saffraan.
Stedelijke planning
De smalle straatjes van Andalusische oude steden (zoals in Córdoba, Sevilla of Málaga) zijn Moorse nalatenschap. Hier vind je kronkelende steegjes voor schaduw, binnenplaatsen (patio’s) als koelruimte en witte huizen voor temperatuurregulatie.
Reconquista (13e–1492)
• Christelijke koninkrijken uit het noorden veroverden geleidelijk het gebied terug.
• Sevilla (1248) en Córdoba (1236) vielen als eerste.
• 1492: het koninkrijk Granada, het laatste islamitische rijk in Europa, viel; dit markeert het einde van Al-Andalus.
Habsburgers en Spaanse Gouden Eeuw (16e–17e eeuw)
• Andalusië werd rijk door de handel met de Amerika’s; Sevilla had het handelsmonopolie via de Casa de la Contratación.
• De regio bloeide economisch en cultureel, maar werd later getroffen door piraterij, epidemieën en economische neergang.
Moderne Tijd (18e–20e eeuw)
• Met de verschuiving van handel naar Cádiz nam Sevilla’s invloed af.
• In de 19e eeuw leidde Andalusië aan sociale ongelijkheid en armoede, wat aanleiding gaf tot opstanden.
• Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936–1939) speelde de regio een belangrijke rol en werd zwaar getroffen.
Spanje onder Francisco Franco
Francisco Franco Bahamonde (1892–1975) was een Spaanse militair en dictator. Hij regeerde Spanje van 1939 tot 1975. Hij was de leider van de nationalistische opstand tegen de democratisch gekozen regering en won de Spaanse burgeroorlog. Waarna hij een autoritaire, nationalistische en ultraconservatieve dictatuur vestigde.
Onder het regime van Franco gebeurde veel zaken die niet door de beugel konden zoals:
• geen vrije verkiezingen.
• Tienduizenden politieke tegenstanders werden gevangengezet of geëxecuteerd.
• Concentratiekampen voor republikeinen.
• Spanje moest één volk, één taal en één religie zijn, regionale culturen zoals Catalaans, Baskisch en Galicisch werden verboden in het openbaar. De talen die hier gangbaar waren werden ook verboden.
• De katholieke kerk kreeg enorme macht.
• Conservatieve rollen voor vrouwen (moesten toestemming van hun man hebben om te werken of te reizen)
In de eerste jaren leefde Spanje in armoede en economische isolement. Pas in de jaren ’50 en ’60 kwam er groei. Het einde van de dictatuur kwam doordat Franco stierf in 1975. Hij had prins Juan Carlos aangewezen als opvolger, maar die koos ervoor om Spanje om te vormen tot een democratische parlementaire monarchie.
Franco liet diepe sporen achter in politiek, cultuur, taal, economie en collectief geheugen.



Opmerkingen